vrijdag 9 september 2011

2 November 2001, Allerzielen


Lieve Allemaal,

Ik zie het even niet zitten. Moe. Ik zou een poosje willen slapen. Een lang poosje zelfs. Natuurlijk kan ik even naar bed gaan, wat ik eigenlijk moet doen, maar daar zie ik zelfs tegen op.
In principe gaat alles goed. Vanmorgen nog terug geweest naar het ziekenhuis. De huidzakken onder mijn arm bevatten geen vocht zegt mijn arts. Fysiotherapie is niet nodig, ik moet gewoon zelf oefenen, maar op de een of andere manier word ik daar boos van. 
Ik dram als een klein kind om dit en om dat, maar wat er achter zit is dat ik dit allemaal niet gewild heb. Ik zou wil schreeuwen: ‘maak het a.u.b. weer ongedaan. Zet mijn borst er aan. Laten we doen alsof dit allemaal niet gebeurd is.’

Dat is het paradoxale (traumatische) dat je voor iets gekozen hebt (borstamputatie) dat je tegelijkertijd niet wilt. Artsen hebben me niet eens geforceerd. Ik heb zelf ja gezegd en zou het weer doen, maar tegelijkertijd is het wreed. Misschien ook onbegrijpelijk. Ik heb mijn vijand niet gezien. Niet gevoeld. Mijn verstand weet dat kanker een vreselijke ziekte is. Amper een jaar geleden stierf een heel goede vriendin: Vera in nog geen tien maanden aan de gevolgen van baarmoederkanker. Ik zat naast haar bed met haar hand zo dun als een vogelpootje in de mijne.

Zo werkt het kennelijk. Als dit je overkomt heb je geen tijd om jezelf af te vragen wat je wil. Het heeft ook geen zin. Wie kan echt begrijpen wat kanker is? Het kan je aantasten, verzieken en op het laatst zal je het gaan voelen, maar begrijpen: neen.

Sagita

2 opmerkingen: